Ontwikkeling van het kind in het onderwijsproces

Op negenjarige leeftijd gaat de sociale, intellectuele en lichamelijke ontwikkeling van het kind in hoog tempo verder. Kinderen hebben echter nog niet de volledige onafhankelijkheid bereikt, dus hebben ze de steun van hun ouders nodig. De ontwikkeling van het kind in het onderwijsproces is vandaag het onderwerp van het artikel.

Op de leeftijd van zeven tot negen jaar is er een snelle ontwikkeling van de sociale, cognitieve (cognitieve) en intellectuele functies van het kind: hij heeft tekenen van aanpassing aan de volwassen wereld en een meer verstandige benadering van zijn acties. Vanaf de leeftijd van zeven begint het kind naar school te gaan. Klassen erin dragen ertoe bij dat het kind op negenjarige leeftijd meer georganiseerd wordt. Bij de ontwikkeling van een kind van zeven tot negen jaar kunnen verschillende hoofdgebieden worden onderscheiden: fysieke ontwikkeling, de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden (inclusief het vermogen om problemen op te lossen en redeneren), de ontwikkeling van het vermogen tot zelfexpressie en sociale relaties. Het proces van cognitie in algemene termen kan worden gedefinieerd als het geheel van denken, waarnemen en onthouden.

De invloed van ouders

Op zevenjarige leeftijd laat het kind ouders nog steeds toe zijn leven te leiden in de richting die zij geschikt achten. Hoewel het kind zich als persoon ontwikkelt, is hij het er meestal mee eens dat ouders voor hem de plaats van verblijf, het eten, de school en de rustplaats kiezen. Op deze leeftijd heeft het kind een fiets, boeken, computer, sportuitrusting, soms een eenvoudige camera. Zevenjarigen zijn in de regel in kleding en beroepen vergelijkbaar met elkaar.

Belangrijkste kenmerken van de ontwikkeling van een kind van middelbare leeftijd (6-12 jaar):

• de vreugde om de wereld buiten het gezin te kennen;

• psychoseksuele ontwikkeling;

• de opkomst van morele principes;

• ontwikkeling van cognitieve vaardigheden.

Morele principes

Kinderen in de leeftijd tussen zeven en negen zijn uitermate geïnteresseerd in wat goed is, wat slecht is, waarvoor ze gestraft zullen worden en waarom ze geprezen worden. Hun ontwikkeling bevindt zich in het stadium waarin morele principes een belangrijk onderdeel van het leven worden. Hun oordelen over goed en kwaad zijn echter tot op zekere hoogte beperkt: ze maken geen onderscheid tussen opzettelijke en toevallige schade. U kunt het kind bijvoorbeeld vragen wat voor wangedrag hij ernstiger acht:

• Het meisje draagt ​​een paar kopjes, schoteltjes en borden op de schaal. Het meisje gaat, het dienblad glijdt uit haar handen en alle porseleinschotels zijn gebroken. Het kind is boos op zijn moeder en gooit de plaat met woede op de vloer; de plaat is gebroken. De meeste jonge kinderen zullen merken dat het meisje in het eerste geval ernstiger wangedrag pleegde, omdat ze meer gerechten brak. Op de leeftijd van vijf tot negen jaar beginnen kinderen geleidelijk aan te begrijpen dat het belangrijkste niet het resultaat is van de actie, maar de intentie. Kinderen in de leeftijd tussen zeven en negen worden nog steeds gevraagd om actie te ondernemen. Ze beginnen eenvoudige logica te gebruiken en zullen in de toekomst een logisch denken ontwikkelen dat zal helpen bij het oplossen van verschillende levensproblemen. Kinderen die deze fase ondergaan, kunnen de poppen ontbinden op basis van hun groei, op basis van hun uiterlijk, maar kunnen bijvoorbeeld het volgende probleem niet oplossen: "Als de pop A hoger is dan de pop B, maar onder de pop B, welke pop is de langste?" oplossing is noodzakelijk hypothetisch en abstract denken, dat zich in de regel binnen 10-11 jaar begint te ontwikkelen.

Waarheid en fictie

Het verschijnen van morele principes en de wens om naar de absolute waarheid te zoeken komt bij kinderen voor als ze beginnen te twijfelen aan het bestaan ​​van de Kerstman en volwassenen vragen stellen over de dood. Op achtjarige leeftijd kunnen kinderen de waarheid al uit fictie vertellen en zullen ze niet geloven dat de kinderen door ooievaars worden gebracht. Op achtjarige leeftijd zijn kinderen heel praktisch: ze houden van verhalen over echte mensen die moed of intelligentie hebben getoond, of over gewone volwassenen of kinderen die buitengewone vaardigheden hebben ontwikkeld. Op deze leeftijd ontdekken veel kinderen de wereld van boeken en genieten ze van lezen, vooral in gezinnen waar ouders graag lezen en tv kijken beperkt is. De motoriek van het kind blijft zich snel ontwikkelen, en dit, gecombineerd met ontembare energie en enthousiasme, stelt hem in staat om met plezier verschillende ambachten te maken, te tekenen, naaien en mechanisch speelgoed te spelen, zoals de spoorweg.

Ontwikkeling van de emotionele sfeer

Regelmatige training vereist doorzettingsvermogen en doorzettingsvermogen om taken te voltooien. Kinderen op de leeftijd van zeven - negen jaar worden er soms moe van en worden prikkelbaar en depressief. Ze zijn misschien enigszins zelfbewust, maar ijver en zelfbeheersing op deze leeftijd zijn nog steeds vrij zwak. Als de kinderen te moe zijn, beginnen ze zich als klein te gedragen. Niettemin, vanaf de leeftijd van acht jaar wordt de psyche van het kind steeds stabieler, het hangt minder van volwassenen af ​​en is niet zo egocentrisch als veel jonge kinderen. Het is heel belangrijk dat het kind een beste vriend heeft met wie hij uren kan spelen en praten zonder tussenkomst van volwassenen.

Energieke games

Kinderen van zeven tot negen jaar hebben zo'n enorme hoeveelheid energie dat ze fysieke activiteit nodig hebben, zoals tennis, zwemmen, voetbal, hardlopen, rolschaatsen, dansen en vriendschappelijke gevechten (de laatste betreft jongens: meisjes ruzie maken en vaker ruzie maken woorden, dan slaan ze elkaar). Kinderspellen zijn zo energiek dat ze hun ouders en leraren soms vermoeien. Daarom is het niet verrassend dat kinderen van deze leeftijdsgroep ongeveer 70 uur per week moeten slapen, dat wil zeggen 10 uur per nacht. Veel kinderen slapen minder, maar artsen waarschuwen dat chronische vermoeidheid veroorzaakt door een gebrek aan slaap een negatieve invloed heeft op scholing en sociale ontwikkeling.

Vereisten voor het voedselrantsoen

Slechte voeding is ook een reden tot zorg voor artsen en ouders van kinderen in deze leeftijdsgroep. Kinderen hebben vaak geen ontbijt thuis, eten een schoolontbijt op een droge plaats en eten 's avonds veel te veel. Diëtisten en leraren zijn van mening dat kinderen, voor goede prestaties op school en normale sociale activiteiten, thuis en op school een gebalanceerd dieet nodig hebben.