- Kabeljauw - 1 stuk
- Melk - 400 milliliter
- Zout - 1 theelepeltje
- Zwarte peper - 4 stuks
- Zira - - Pinch
- Nootmuskaat - 1/2 theelepels
- Meel 1/2 kop
- Plantaardige olie - 50 milliliter
- Boter - 50 gram
- Knoflook - 2 tanden
De eerste stap is om onze vis te verwerken. Vinnen en staart worden afgesneden, we reinigen het karkas van de weegschaal, reinigen voorzichtig de overblijfselen van de ingewanden, vooral de zwarte, bittere film. Vervolgens snijden we de vis kruiselings in porties van ongeveer 1,5 cm dik. Nu - de belangrijkste truc bij het bereiden van kabeljauw. Stukjes vis moeten een uur of twee in melk geweekt worden - we leggen ze stevig in een bord, gieten melk (zodat de melk de vis volledig bedekt) en laten 1-2 uur staan. Terwijl de vis doorweekt is, gebruiken we sluw nummer twee. In een droge braadpan, geroosterd zout, zwarte peper, ziru en nootmuskaat. Letterlijk 1-2 minuten onder voortdurend roeren. Gefrituurde specerijen worden grondig gemalen in een vijzel en toegevoegd aan bloem. Roer om de kruiden gelijkmatig over de bloem te verspreiden. We weken de geweekte vis in een droge mix van bloem en specerijen. In een koekenpan warmen we de plantaardige olie op, doen we de stukjes vis in boter en bakken ze op middelhoog vuur tot ze knapperig en klaar zijn (ongeveer 7-9 minuten, afhankelijk van de dikte van de stukjes). Terwijl de kabeljauw gebakken is, moet je er snel knoflooksaus voor koken. Smelt de boter in de lepel, voeg fijngehakte knoflook toe en laat ongeveer 5 minuten op middelhoog vuur koken. Knoflook moet gestoofd en niet geroosterd zijn - als het begint te koken, verminder dan het vuur. Kant-en-klare vis wordt geserveerd met gekookte saus, favoriete bijgerecht en citroen. En, optioneel, een glas droog wit. Eet smakelijk! :)
Porties: 2