- Gist droog - 1 theelepeltje
- Bier - 2/3 Glas
- Tarwemeel - 2 kopjes
- Suiker - 1/2 theelepel
- Meel Rogge - 3/4 Glas
- Zwarte stroop - 3 items. lepels
- Zout - 1 theelepeltje
1. Los in warm water een lepel droge gist op met een kleine hoeveelheid bloem en een lepel suiker. Gedurende tien of twintig minuten gaan we weg totdat de gist "dop" stijgt. Zeef twee keer rogge en tarwemeel, voeg zout toe en meng in een kom. Oparu schonk in een kom meel en roerde goed. In de bloem zetten we stroop. We voegen bier toe. 2. Het deeg wordt gekneed totdat het stopt met pesten van de handen, en het zal niet afbrokkelen. 3. In een kom, ingevet met water, schuiven we het deeg, bedekken met een servet, zetten het gedurende twee uur op om op te warmen. Een kom met een deeg kan in heet water worden gedaan. Het testvolume moet twee tot drie keer toenemen. We kneden opnieuw het deeg en zetten het op. 4. Van het deeg vormen we een brood, wassen met water, en plaats het op een bakplaat, soms boven het brood met een vork of maak een cross-cut. We bedekken het deeg met een servet en wachten tot het komt. We zetten op de onderste plank van de verwarmde oven, de temperatuur is tweehonderdtwintig graden, bak veertig minuten. 5. Breng het afgewerkte brood over naar het rooster, bevochtig het brood met water, dek af met een servet en laat het afkoelen. Het brood is klaar.
Porties: 8